Vakjargon

Als ik kinderen behandel gebruik ik geen boor, geen prik en geen spuit. Ook doe ik geen controle, maak ik zelden vullingen en trek ik geen kiezen. Maar wat doe ik dan wel?

Ik tel de tanden en kijk of pappa en mamma wel goed kunnen poetsen. Soms moet ik pappa of mamma daarbij helpen.
Als er een kiesje ziek is gaan we die beter maken. Ik laat het kiesje eerst slapen met een zalfje en slaapdruppeltjes. We blazen een ballonnetje op in de wang en misschien krijgt de kies een regenjas aan. De kies maak ik weer beter door met de race auto en de brommer alle snoepbeestjes uit de kies weg te jagen en de kies weer schoon te poetsen. Het vieze water slurpen we weg met een stofzuiger of een rietje. Dan maken we de kies droog met kussentjes, walrustanden, konijnenstaartjes, visjes en een beetje lucht. De kies maken we weer heel met taartvormpjes, lijm, tandenklei en een discolamp. Soms is de kies te ziek en moeten we hem verhuizen. We maken er eerst een wiebeltand van en stoppen hem dan in een mooie verhuisdoos.